Ga naar de inhoud

Toch maar geen grafheuvels dan

Hebben we net een ontwerptekening voor ons plan voor de Heanige Huuskes laten maken, gooit de man die tegenover ons aan de keukentafel zit, laat ik hem Piet noemen, roet in het eten. Piet is de lokale ‘vergunningaanvrager’ voor particulieren met groene ideeën waarvan de gemeente iets moet vinden. In ons geval hebben we vergunning nodig voor de trekkershutjes die we op ons terrein willen plaatsen.

Omdat Piet al had gehoord dat onze manegebak een ander uiterlijk had gekregen, was hij er al langs gewandeld om te kijken wat we aan het uitspoken waren. “Een leek zal denken dat is mooi groen,” is zijn conclusie.
Ik voel nattigheid, “Hoezo?”
“Waarom hebben jullie het zo ingedeeld?”
“Bij natuur hoort rust, toch?” zeg ik. De drie walletjes op ons terrein staan vol met boompjes en daartussen komen de trekkershutjes. Zo zitten de mensen straks in het groen en merken ze elkaar nauwelijks op.
Piet knikt. “Dat klopt maar bij een oude boerderij?” Hij legt een plattegrond van onze woonlocatie in Hezingen op de keukentafel, “Zo zag jullie plek er honderd jaar geleden uit.” Dan wijst hij naar ons keukenraam, “Dat is duidelijk de voorgevel van jullie boerderij en daar had de boerin haar domein. Want aan de voorkant waren de keuken en het aanrecht. Achter de achtergevel stonden de schuren en werd het vee gehouden, dat was het rijk van de boer. Er stonden vroeger dus hooguit een paar bijgebouwtjes aan de voorkant en voor de rest was het een open terrein.
Onze inrichting voorziet in een tsunami van groen, van een open terrein is geen sprake.
Bij mijzelf merk ik een lichte weerstand. Want dit betekent een verandering van ons plan en met een beetje pech ook extra kosten. Tot mijn grote verbazing is Jan stil. Geen ongeduldig geschuif op zijn stoel, hij wil ‘vedan’. We lopen naar buiten om ons terrein te bekijken.
“Nu durf ik het wel te zeggen.” zegt Piet, hij wijst naar onze net ingeplante walletjes. “Die grafheuvels die jullie daar hebben gemaakt passen prima in het gebied maar niet bij een boerenerf.”
Ik slik.
Daar krijgen jullie nooit vergunning voor van de gemeente.”
“Wat kan dan wel?” vraagt Jan?
En gelukkig heeft Piet ook een plan.

En nu komen er dus een ‘hoonderhok’ voor de eieren, een ‘tuffelkeller’ voor de aardappelen en een veldschuur voor het vee dat ‘s nacht in de weide bleef. Bijgebouwtjes die vroeger wel aan de voorkant van een boerenerf te vinden waren.

Een mooi verhaal bij onze plek, nog beter dan wij zelf hadden bedacht. Heanig Huuskes als functionele bijgebouwtjes op een boerenerf. Vooruit, laten we maar afscheid nemen van onze grafheuvels dan.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *