maken van de stemmetjes
“Doe het niet!”, zegt mijn man. “Daar ben je niet voor geboren.”
“Laat ma maar,” is het advies van mijn zoon, “iedereen kan het leren!”.
Ik heb de bijl in mijn handen. Even daarvoor is de slagtechniek om het hout te kloven vakkundig door zoonlief voorgedaan. Ik zie het helemaal voor me. Dat loodzware ding verandert onderweg van richting en eindigt ergens in mijn scheenbeen. In gedachten geef ik al instructies aan de beide kerels die bij mij staan. “Eerst afbinden! Strak! Zodat het bloeden stopt!” Maar waar halen ze het doek voor het afbinden in godsvredesnaam vandaan? Tegen de tijd dat de ziekenwagen ons heeft bereikt ben ik vast al bezweken. De moed zakt me in de schoenen.
“Niks weerd!” Is het commentaar van mijn man, als hij mijn halfslachtige poging om het hout te raken ziet, en ikzelf bijna achter de bijl aan slinger. “Je moet hem niet laten vallen. Je moet wel echt slaan.” Hij doet het me nog een keer voor.
Mijn zoon moedigt mij aan en legt een blok, breed genoeg om niet te missen, voor mij op de “hakstam”. Nog een beetje bibberig begin ik erop in te slaan.
Oké, het duurde tenminste 10 minuten voordat ik het eerste houtblok doormidden had. Maar daarna ging het beter. En! Het is het me gelukt om drie grote blokken in kleine stukken te slaan.
De ervaring met de hakbijl geeft mij maar weer eens de bevestiging dat ik tot meer in staat ben, dan mijn stemmetjes mij willen laten geloven. Niemand is als houthakker geboren 😉.
Ook goed voor je spierballen😉